Overslaan en naar de inhoud gaan

De voorste kruisband ligt in het midden van de knie en zorgt samen met de achterste kruisband voor stabiliteit in de knie bij voor-achterwaartse bewegingen. Dankzij de voorste kruisband kan het onderbeen niet te veel naar voren bewegen ten opzichte van het bovenbeen. Hij geeft stabiliteit bij rotatie van het onderbeen en zijwaartse spanning. Een gescheurde voorste kruisband is meestal het gevolg van sportongevallen.

Klachten

  • Onmiddellijke zwelling van de knie door een bloeding in het gewricht.
  • Na de acute fase is je knie instabiel, waarbij je er makkelijk doorzakt. Gebeurt dit herhaaldelijk bij jonge patiënten, dan ontstaan meniscusscheuren die kniearthrose kunnen versnellen. Een voorste kruisbandreconstructie is dus noodzakelijk bij jonge actieve patiënten die doorzakken of een instabiliteitsgevoel in de knie hebben.

Onderzoek

  • Stabiliteitstesten: deze zijn niet altijd uitvoerbaar bij het eerste onderzoek wegens te pijnlijk.
  • Testen met een voor-achterwaartse schuiflade als de knie wat gerecupereerd is.
  • Modified Lachmanntest om het doorzakkingsgevoel uit te lokken.

Behandeling

  • Voorste kruisbandreconstructie: Bij jonge patiënten met een instabiliteitsgevoel is dit noodzakelijk om versnelde slijtage van het kraakbeen (artrose) te vermijden. We gebruiken tijdens de reconstructie 2 van de 3 hamstringpezen uit je bovenbeen om een nieuwe voorste kruisband te maken. Het weghalen van deze hamstringpezen bezorgt geen extra last omdat andere pezen en spieren de functie overnemen. We boren tunnels in het boven- en onderbeen op de oorspronkelijke aanhechtingsplaats van de voorste kruisband. De nieuwe voorste kruisband wordt ingebracht en opgehangen aan een plaatje of vastgeschroefd met speciale vijzen. De ingreep gebeurt onder verdoving.
  • Kinesitherapie met verstevigende oefeningen van de bovenbeenspieren: Als je ouder bent dan 45 à 50 jaar en geen doorzakkingsgevoel hebt, is een reconstructie van de voorste kruisband niet altijd nodig. Het doorzakkingsgevoel blijft uit doordat de omringende weefsels van de knie al stijver zijn en ze de functie van de voorste kruisband grotendeels overnamen.

Complicaties

Hoewel we zeer goede resultaten bekomen, kunnen we zoals met elke operatie geen 100% garantie geven over het resultaat. De voornaamste complicaties zijn:

  • Opnieuw scheuren van de pees (herruptuur): dit kan vroegtijdig optreden door loslating van de schroeven of laattijdig tussen de 3de en de 4de maand, wat de meest gevaarlijke periode is omdat de pees dan veel minder sterk is dan bij het begin van de revalidatie.
  • Verstijving van de knie (arthrofibrose): het kapsel rond de knie verstijft als reactie op het trauma of de ingreep. Intensieve kinesitherapie in combinatie met medicatie is noodzakelijk.
  • Infecties: besmetting van de knie of een deel van de bottunnels. Afhankelijk van de ernst van de besmetting krijg je antibiotica via pillen of een infuus (met ziekenhuisopname).

Nazorg

  • Start direct na de operatie met kinesitherapie voor een goede mobiliteit van de knie. Je begint met oefeningen op een passieve bewegingsmachine, die je knie voor jou beweegt. Je voert dus zelf geen spiercontracties uit.
  • Wissel het verband enkel wanneer dit vuil is.
  • Na de operatie moet je 14 dagen met krukken lopen.
  • Maak een afspraak bij de behandelende orthopedist na 2 weken.
  • Gedurende 6 weken moet je een knieverband (brace) dragen, zowel tijdens de dag als ‘s nachts. Hiermee kan je je knie niet verder plooien dan een rechte hoek (90°) en niet volledig strekken opdat er geen spanning komt op de plaatsen waar de voorste kruisband in het bot groeit. Nadien draag je je brace enkel nog bij meer risicovolle activiteiten.
  • Na 6 weken moet je vooral fietsen en zwemmen om de spierkracht te verstevigen, na 4 maanden mag je terug beginnen lopen en na 8 maanden mag je contactsporten zoals voetbal, basketbal, volleybal en skiën hervatten.

Lees meer in de brochure.