Overslaan en naar de inhoud gaan

Het ellebooggewricht bestaat uit 3 beenderige elementen, bedekt met kraakbeen:

  1. Uiteinde van de bovenarm (humerusuiteinde)
  2. Radiuskop
  3. Begin van de ulna (olecranon)

Deze structuren kunnen onderhevig zijn aan slijtageprocessen (arthrose, arthritis, reuma, hemofilie). Sommige aandoeningen tasten zowel de gewrichten als de spieren, zenuwen en organen aan en vernietigen het gewrichtskraakbeen. Ook een breuk van de radiuskop of het humerusuiteinde kan het kraakbeenoppervlak van de elleboog acuut on onherroepelijk beschadigen. De elleboogzenuw is meestal ook betrokken bij deze aandoeningen. Een elleboogprothese kan dan een oplossing bieden. Welke soort prothese hangt af van de aandoening, de ernst en de toestand van de patiënt.

Klachten

Arthrose en slijtage van het gewrichtskraakbeen gaan gepaard met:

  • Pijn
  • Zwelling
  • Verstijving
  • Krachtverlies
  • Functieverlies
  • Invaliditeit van het aangetaste ledemaat

Als de elleboogzenuw aangetast is, treden ook tintelingen, voosheid ter hoogte van pink en ringvinger en krachtverlies in hand en vingers op.

Onderzoek

De orthopedist onderzoekt de elleboog grondig op zwelling, afwijkende stand, drukpijn, tintelingen, beweeglijkheid en voosheid en doet volgende onderzoeken:

  • Bloedafname om reuma en infecties uit te sluiten
  • Röntgenopname
  • Mogelijks een CT-scan
  • EMG-naaldonderzoek van de elleboogzenuw of en hoever deze is aangetast

Behandeling

We gaan het ellebooggewricht zo snel mogelijk weer functioneel maken en zo weinig mogelijk immobiliseren. De behandeling kan bestaan uit:

  • Rust, werkaanpassing, ergonomie, medicatie en kine bij slijtageprocessen (arthrose, arthritis en reuma)
  • Operatie bij falen van een conservatief beleid en bij toenemende klachten

Ingreep

We onderscheiden 2 grote groepen van ingrepen.

  1. Arthroplastiek: het wegnemen van de beschadigde gewrichtsoppervlakken. Dit kan overwogen worden als je zeer jong bent of als een prothese onmogelijk geplaatst kan worden.
  2. Prothese: het wegnemen van de beschadigde gewrichtsoppervlakken en vervangen. Afhankelijk van aandoening, toestand van de elleboog, patiënt, fractuur ... kiest de chirurg welk type prothese hij plaatst.

Complicaties

Alle chirurgische ingrepen kunnen gepaard gaan met infecties of wondproblemen. Dit komt gelukkig zelden voor.

  • Als het gewricht niet werd vervangen, kan de elleboog instabiel en/of pijnlijk zijn.
  • Als een prothese werd geplaatst, kan deze loskomen, ontsteken en soms instabiliteit vertonen die kan leiden tot ontwrichting. In zeer zeldzame gevallen kan een prothese breken bij te zware belasting.
  • De elleboog vertoont soms verminderde beweeglijkheid die niet hinderlijk is.
  • Irritatie van de elleboogzenuw kan tijdelijke en soms definitieve hinder geven.

Nazorg

  • Zeer langdurige revalidatie: oefeningen met of zonder kinesitherapie
  • Regelmatige controle door de arts: radiologisch routineonderzoek
  • Tot 3 maanden na de operatie mag je de elleboog met maximaal 0,5 kg belasten, nadien met maximaal 1 kg
  • Werkhervatting is mogelijk als je voldoet aan voorgaande regels

Met sporten en handenarbeid moet je zeer voorzichtig zijn en steeds bespreken met jouw arts